<< - home - foto's - >>

TWEEDE STAPDAG – van Ohain tot la Ronce – 30,1 km – GR 126

3 maart 2002

Het weerbericht

"Enkele droge dagen" eindelijk "Zondag droog weertype met wolkenvelden afgewisseld door wat zon. De wind waait uit noodwestelijke richting. Temperaturen tussen 3 en 7 graden."

De deelnemers: (15)

Erik en Christian, Marco, Rita, Quarrel (border Collie), Micheline, Danny, Els, Betty, Heidi, Michèle, Warre, Martine, Miep, Mark en Kaat.

De tocht

Afspraak om 8u30 aan de bakker Michel, 11 place communale, 1380 Ohain

De camionette Warantiek en de Tervurenaars rijden recht naar het eindpunt om dan met één wagen terug te keren naar de startplaats. Eén en ander doet het uur langzaam maar zeker vorderen, de afstanden zijn fout ingeschat en er moet dus worden gewacht. Half negen wordt niet gehaald, gelukkig bestaat de gsm en kan een bestelling bij de bakker geplaatst worden. Micheline en Dany rijden ook naar het eindpunt, maar zijn noch daar noch aan de startplaats te bekennen. Vermits we geen gsm nummer hebben en de koude ledematen vragen om beweging, wordt na een vluchtig ontbijt, de tocht aangevat.

9u20 start de groep van 13, bijzonder fris en monter, de zoektocht naar de roodwitte streepjes. Onmiddellijk bij het oversteken van het riviertje de Smohain (voor wie dat graag wil onthouden …) bereiken we een modderig maar prachtig wegeltje. De nieuwe stapschoenen worden bij deze onmiddellijk gedoopt tot modderwandelschoenen.

Het pad ligt rechts naast een veld dat in de ochtendmist hangt en door de zonnestralen wordt verwarmd. We weten onmiddellijk dat we niet alleen zijn: vier (sommigen tellen er vijf) reeën vluchten terug het bos in als ze die troep kwetterende mensen horen aankomen.

De tocht loopt verder door verschillende soorten bossen en langs prachtige holle wegen. We stappen al snel door het ‘bois Paris’ en wanen ons al honderden kilometers dichter bij het eindpunt. Gelukkig is het niet zo, we mogen eerst nog genieten van het golvend Waals-Brabants landschap.

Na goed twintig minuten stappen (of dachteren door de modder) krijgt Marco telefoon van Micheline die ons wel zal inhalen. We moeten niet wachten. Monter stappen we door, keuren de streek, glijden naar beneden of strompelen over bouwafval dat weer eens in een holle weg is achtergelaten.

We steken de Lasne over en volgen de route verder. Stilte is er niet … er wordt gezellig gekeuveld over alles en nog wat met de gesprekspartner die op dat ogenblik in de buurt loopt. Het valt deze keer op dat de volledige groep een goed tempo aanhoudt en er niet echt sprake is van achterblijvers. De schoenen zijn dan ook vernieuwd, goede kousen werden aangekocht en compeed binnen handbereik gehouden. Over blaren wordt er de eerste uren niet geklaagd. De conditie is uitstekend, het weer is prachtig vooral als de zon erdoor komt en het natte land opwarmt. De nieuwkomers Miep, Heidi, Betty, Michèle, Martine en Warre zien het allemaal nog goed zitten. Het valt beter mee dan gevreesd. Zelfs Hilde Lemaire zou het aankunnen … en op haar vraag worden wat meer spectaculaire foto’s getrokken voorzover de tocht zo kan genoemd worden ….

Aan la Haute Hutte zien we in de verte statige populieren op een rij versierd met grote gevlochten bollen van maretakken. Alleen de druïden ontbreken. We wandelen aan de boord van een zoveelste bos dat overloopt in groene glooiende weiden afgezoomd door de populieren. Warre en Els krijgen een privé vertoning van enkele reeën die over een haag springen, opgeschrikt door het lawaai van de 11 andere tweevoeters. Ze doen ons watertanden bij het beschrijven van wat ze gezien hebben. Wij zijn ondertussen even de streepjescode kwijt, maar met 26 ogen wordt die al snel gevonden. Een holle weg moeten we in en die daalt richting het riviertje de Cala dat we ook weer oversteken.

De twee laatkomers slagen er niet gemakkelijk in om de groep te vervoegen. Ofwel stappen we sneller dan gedacht, ofwel waren we al veel verder dan gezegd. Hoe dan ook pas na een kleine twee uur als we de bosrijke gebieden verlaten en de velden induiken, is er een glimp te zien van twee wandelaars in de verte die hetzelfde spoor volgen. We stappen nog even door tot in Bousval over de spoorweg en de Dyle waar eindelijk een eerste halte wordt gehouden. Tijd om wat gewicht uit de rugzakjes te verorberen en om de twee wandelaars toe te laten de groep te vervoegen.

Na de korte kennismaking met de nieuwkomers, het verzorgen van komende blaren en het versterken van de inwendige mens (met enkele kleine hapjes en slokjes), zetten we met 15 de tocht verder. De afgekoelde lichamen kunnen zich snel terug opwarmen want de route stijgt.

Bovengekomen zien we naast een plataan het 17° eeuwse "la chapelle du Tri-au-chêne" verrijzen. Mark leest voor uit het boek zodat we naast natuur ook een brokje cultuur opdoen. Het bouwwerkje, opgetrokken door een plaatselijke kapitein Thiri Le Jeune die meevocht in de Frans-Spaanse veldslagen uit die tijd, staat werkelijk alleen op de hoogte. Omringd door akkers is zij meer dan een foto waard. Maar stappen is de boodschap en dus vervolgen we de GR 126. In een gehucht zien de eersten een heggenmus tegen een raam vliegen en voor dood neervallen. Het wordt gereanimeerd (mond aan bek), krijgt een koude douche en warme handen. Maar het mag niet baten. Een kleine kilometer verder is het nog steeds niet bijgekomen en dokter Erik legt het voorzichtig naast een boom neer, na het oversteken van het watertje ‘le Ri d’Hé’.

De magen beginnen te grollen en na enkele kilometers zuidwaarts door het bos d’Hé zien we de ruines van de beroemde abdij Villers-la-ville. Een ideaal moment en plaats om halt te houden en het middageten te nuttigen aan een heuse picknicktafel. Het is ondertussen 13 uur en 16 kilometer verder. Onze penningmeesteres zorgt dat de betaling vlot verloopt met ieders bijdrage van € 7. Het overschot dient voor de drankjes bij de aankomst … de beloning, maar zo ver zijn we nog niet.

Na het verzorgen van de magen, komen de voeten aan de beurt. De ene voet na de andere krijgt het daglicht te zien, wordt geïnspecteerd op blaren en al dan niet versierd met een plakker. Na drie kwartier kuieren we langs de abdij (die mag gezien worden), door de bossen rondom richting Mellery. Ook de plaatselijke scouts vertoeft in het bosrijke gebied en speelt ridder of iets dat er voor door moet gaan onder het toeziend oog van een dynamische (?) leider. De route kronkelt verder naar beneden tot aan het watertje ‘Ri Saint-Jean’ om dan weer fiks te stijgen. Quarrel vindt het allemaal nog altijd even boeiend en geniet van de vele stokken en de enkele Waalse honden die hij tegenkomt.

De spieren worden strammer, de blaren rijper en de stemmen stiller. Maar de groep stapt dapper voort door bos en veld. Er wordt nog twee keer halt gehouden, te kort volgens sommigen om de warme thee te kunnen nuttigen, lang genoeg voor anderen omwille van de afkoeling en de stijver wordende spieren. Maar de sfeer blijft goed…

We volgen de oude stoomtrambedding Mellet-Mellery-Chastre omzoomd door populieren. Verder gaat de tocht langs het dorp Mellery (kennen we dat niet in verband met gevaarlijk afval?) en langs Gentinnes waar we ingelicht worden over een gebouw (mémorial Kongolo) dat als herdenking voor vermoorde missionarissen in Kongo werd opgericht, maar niet bijster mooi oogt.

We duiken weer een bosrijk gebied in en stijgen even later uit het dorp en in de velden tot op 160 meter. Onderweg spreekt mama Grouwels haar dochter nog moed in, opdat ze het toch zou volhouden. Miep heeft weinig moeite, geen blaren alleen wat last van vermoeide benen, zoals wij allemaal. Ondertussen zijn we in de provincie Namur beland en passeren we huizen die duidelijk kleiner zijn dan deze die we in het begin van de tocht zagen.

In Ardenelle komen we de Chée Brunehault tegen. Eén van de oudste overblijfselen die we op onze tocht al zijn tegengekomen en wellicht nog zullen tegenkomen. Van de oude Romeinse steenweg ( 25 voor J.C. ) die werd gebouwd door Marcus Agrippa (luitenant van Cesar Auguste ) en de steden Bavay (?) en Keulen verbond, blijft enkel het lineaire element over. Voor de rest heeft het asfalt de karrensporen en legionairsvoetstappen verborgen. Later kreeg de steenweg de naam van een vorstin uit Austrasie (?), genaamd Brunehault die de baan herbouwde. De topogids van de GR paden weet ons nog te vertellen dat zij in 613 aan haar einde kwam, gesleept werd door een wild paard en gebonden aan enkels, polsen en haren. Waarom wordt niet verteld maar waarschijnlijk had zij het lef om als eerste het idee te lanceren om te voet van Brussel naar Nice te stappen…

Verder zuidwaarts gaat de tocht, nog even St Eloi naast een eenzame kastanjelaar groeten en doorstappen is de boodschap. Het landschap wordt weidser en eentoniger. Een paar velden verder wordt de in onbruik geraakte spoorlijn Gembloux-Fleurus overgestoken, de plaatselijke insecten zijn wat blij met het verse menselijk bloed. Raar voor de tijd van het jaar. Het doet ons eraan denken dat we, naarmate het warmer wordt, muggenmelk zullen moeten meenemen.

In de verte duikt de route nationale 29 op wat betekent dat het einde in zicht is. Nog even doorstappen en we hebben onze Leffe (of iets anders) verdiend. Om 17u00 is iedereen aangekomen. Een toiletcabine staat op de juiste plaats. Nu nog een onderkomen vinden voor onze mascotte. Marco belt aan bij huis nr. 423 Chaussée de Charleroi in Corroy-le-Château (La Ronce). De bewoner heeft er geen probleem mee om manneke pis een maand op zijn schouw te zetten. We krijgen nog zijn naamkaartje met e-mailadres mee en zullen hem enkele dagen voor onze komst verwittigen. Kwestie dat hij de mascotte kan oppoetsen.

In een mum van tijd zitten 15 vermoeide wandelaars in de grote blauwe camionette en mag de Warre ons naar de beloning voeren. Eerst nog de wagen van Danny ophalen, want anders moeten hij en Micheline nog 4 km verder stappen en dat zien ze niet zo zitten. Er was blijkbaar onduidelijkheid over het eindpunt en dat verklaart waarom we hen bij het vertrek hebben gemist.

In Sombreffe werd een leuk café gezien en dus vereren we de eigenaars van La cotinière met ons bezoek. Ze denken dat we een bus toeristen zijn. De Leffe is goed voor de eerste ronde, dan is de bak leeg. Aangeraden wordt om over te schakelen op Ciney, ook niet slecht. Na twee consumpties is het tijd voor de terugreis.

Op initiatief van Rita wordt na overleg nog de volgende data vastgelegd: zaterdag 9, zondag 10 en maandag 11 november 2002 als laatste stapdagen in 2002 richting Nice.

Wanneer de laatsten het cafe verlaten en de patronne hoort dat we te voet van Ohain gekomen zijn, vraagt ze "vous êtes bien dans votre tête?". Zeker weten! We zien er veel gezonder uit dan de 4 andere bezoekers van het café …

Beknopte evaluatie door de deelnemers (alfabetisch)

Betty: een aanrader voor Hilde. Blij dat ik het overleefd heb; dacht dat het veel moeilijker zou zijn. Een prachtig traject, vooral inde voormiddag. Te weinig rustmomenten om van het landschap te kunnen genieten.

Christian: schoenen zijn goedgekeurd. Een prachtige tocht.

Danny: rustige voormiddag met twee. Goed te doen.

Els: een levend kleurenpallet; rennende herten: een streling voor het oog.

Erik: het heeft deugd gedaan.

Heidi: goed genoten, gezond pompaf, ik voel dat ik ‘Leffe’

Kaat: prachtig in de voormiddag zowel het weer als de omgeving; een compacte groep; weinig stiltegebieden …

Marco: tweede gedeelte van de tocht bemoeilijkt door blaarontwikkeling op beide hielen en effect van ajuinsoep. Mooie holle wegen en prachtige ruïne van de abdij.

Mark: Après les ténèbres des chemin creux et bois domaniales, j’espère la lumière des plaines Namuroise. (Paraphrase op de lijfspreuk van de monniken van de abdij van Villers)

Martine: verrassend mooie tocht – blij met blonde Leffe

Miep: mooi en afwisselend. Viel beter mee dan gedacht.

Michèle: blij dat ik mee gewandeld heb.

Micheline: impressionante vergezichten en mooie ruïne; geheime bossen

Rita: een landschap als een vrouw: mooi glooiend

Warre: moe – zere voeten – mooie tocht – vermoeiend

Samengevat:

aantal: 15 personen: 6 mannen en 9 vrouwen

snelheid: 30,1 kilometer op 7 uur staptijd of ongeveer 4,5 km per uur

leerpunten:

resterende pot: € 6,65

 

 

Verslaggeefster: Kaat

eerste corrector: Mark

<< - home - foto's - >>